Het is zo’n hardnekkige valkuil: vragen om een voorbeeld en dan het voorbeeld gaan bestrijden.
Wat gebeurt er? Je weet niet wat de ander bedoelt en vraagt om verduidelijking met een voorbeeld. Of je weet goed wat de ander bedoelt en vraagt toch om verduidelijking met een voorbeeld.
Bijvoorbeeld 🙂
Emiel: Ik baal ervan als je tegen me snauwt.
Annette: Wanneer snauw ik dan tegen je?
E: Nou vorige week nog, toen je vond dat ik voor schut liep met mijn nieuwe wintermuts.
A: Ha, wat zou ik me daar van aantrekken: je zet maar op je kop wat je wilt, als ik er maar niet naast hoef te lopen!
enzovoorts
Uitleg:
Zinnen waarmee je om een voorbeeld vraagt:
– Wanneer dan?
– Waaraan zie je dat?
– Dat doe ik toch helemaal niet
– Kan ik me niet voorstellen, hoor
Met al die zinnen nodig je iemand uit om een voorbeeld te geven. En een voorbeeld kan echt wel iets doen voor een heldere communicatie. Het maakt het gevoel dat je partner uitspreekt concreter. Je kunt je er dan makkelijker iets bij voorstellen. Maar je loopt ook risico. Je zult het over het voorbeeld zelden eens zijn. Omdat je een ander bent en dingen anders ervaart; omdat je toch al in een ruzie-dynamiek zit en alles aan zult grijpen om iets te weerleggen; en omdat kritiek voor iedereen moeilijk te hanteren is, en dus voor jou ook.
En van dan af gaat het gesprek over het voorbeeld. Het oorspronkelijk punt van je partner is weggespeeld: dat hij ervan baalt als je snauwt bijvoorbeeld.
Anders doen: Dat je partner ervan baalt als je snauwt blijft waar, ook al zou het voorbeeld niet deugen. Het voorbeeld is er namelijk alleen maar om te verduidelijken wat hij bedoelt. Het beste vraag je dan ook niet meteen om een voorbeeld, maar ga je bij jezelf na of je wel eens kunt snauwen. Als je dat goed van je zelf weet, hoef je niet om een voorbeeld te vragen. Je partner heeft er dan wel duizend, hè. Er zit dan maar één ding op: leer te incasseren.
Pas als je echt niet weet wat hij bedoelt, vraag dan om een voorbeeld. En laat dat voorbeeld dan bij de ander: begrijp je nou wel wat hij bedoelt? Ja? Dan weet je nu hoe het voor je partner is. Niet leuk voor hem. En juist: probeer de rest eens in te slikken (‘en jij dan’, of ‘wie zou er niet snauwen, als je er zo bij loopt’ of ‘wat ben jij overgevoelig’ of wat er ook maar in je opborrelt).