was successfully added to your cart.

Winkelwagen

Hechtingsstijlen: op zoek naar een gezonde balans in je relatie

By 16 februari 2022 december 18th, 2023 Hechtingsstijlen
hechtingsstijlen

Je kunt geen boekhandel inlopen, of je botst op boeken over hechtingsstijlen. Hoe kan het dat de een helemaal vrij beweegt in een relatie, terwijl de ander constant bang is dat hij/zij verlaten wordt – of in het andere uiterste schiet en met mach 8 de relatie uitrent? Het antwoord kun je waarschijnlijk vinden in je kindertijd. Daar begon je een blauwdruk te creëren. Ingesleten patronen runnen onbewust de show en we reageren vaak vanuit oude pijn. Om die patronen – hechtingsstijlen – in onszelf te leren herkennen, is de eerste stap.

In balans zijn in de liefde

In balans blijven in een relatie is, net als voor een koorddanser, een constant proces van zoeken en afstemmen. Of dat makkelijker of moeilijker gaat, zegt natuurlijk heel veel over je relatie. Maar niet alleen over je relatie, want je vermogen om te verbinden leg je niet pas aan wanneer je relatieleven in de liefde begint.

De opbouw daarvan begint al bij je allereerste ervaringen: wanneer je plat op je rug in een wieg ligt en nog geen enkel begrip hebt van ruimtes in huis, van even of lang weg, van werk, de was of andere redenen waardoor iemand er niet is. Een ouder die er even niet is, is uit de kosmos verdwenen. En als je dan huilt en krijst en die aanraking is er weer, en die stem en geur, dan is alles weer goed. Zo ontstaat er een gezonde basis van veiligheid die je de rest van je leven meeneemt. Of niet…

Later in zijn ontwikkeling kan een kind drammend, schreeuwend en dreinend over de grenzen van zijn ouders heen gaan. Het dwingt hen om streng te worden en grenzen te stellen. En omdat zijn ouders geen robotten zijn zullen ze zelf ook boos worden. Ook dat zijn belangrijke momenten in de opbouw van veiligheid in relaties, als er toch liefde blijft bij al die boosheid. Zo leert een kind dat hij zijn eigen emoties niet weg hoeft te drukken om geliefd te zijn. En dat conflict en liefde elkaar niet in de weg staan. Ik doe ertoe, ze houden van me omdat ik ik ben! Of ben je opgevoed in een gezin waar je altijd iets moest presteren om geliefd te zijn: grappig zijn, lachen, en later: netjes eten, je best doen op school, niet in verzet komen?

Oorzaken van hechtingsproblematiek

En voor alle duidelijkheid: ouders hoeven niks verkeerd te doen om toch onveiligheid in de hechting te laten ontstaan. Denk aan de situatie waarin het gehuil van een vijfde kindje in een gezin geheel overstemd wordt door de drukte van zijn oudere broertjes. Het kind werd helemaal niet gespiegeld in zijn emoties, omdat die in dat gezin in het niet vielen bij al het ander gekrakeel dat er speelde. Vergelijkbaar effect kunnen ingrijpende gebeurtenissen in een gezin hebben: overlijden van één van de grootouders, depressie van één van de ouders, ziekte, verhuizingen , ontslag etc. En ook ingrijpende gebeurtenissen buiten het gezin kunnen een basisgevoel van veiligheid ondermijnen. Gepest worden kan een leven lang een desastreuze doorwerking hebben.

Waar de onveiligheid ook vandaan komt, en of je er nu wel of niet een bewuste herinnering aan hebt: in wezen maakt het niet uit. Of je een hechtingsprobleem hebt hangt immers niet af van je kennis van de oorzaak. Als het zich in je leven manifesteert, dan heb je het. Soms manifesteert het zich in je onvermogen om op één plek te blijven – of juist je drive om continu te verhuizen. Soms in je vermogen of onvermogen om in dezelfde baan te blijven. In vriendschappen en in de relatie met je gezin van herkomst. Maar in ieder geval manifesteert het zich óók in de liefde.

Kwetsbaarheid en liefde

Want alleen in een liefdesrelatie lever je je zo uit: letterlijk met huid en haar. Slechts bij hoge uitzondering komen andere relaties in diezelfde laag van totaal aan de ander overgeleverd zijn. Houden van kan ons een gevoel van heling en verlossing geven. Dat geldt ook, zelfs bij uitstek voor partners voor wie veiligheid in relaties geen vanzelfsprekendheid is. Juist zij kunnen een diep gevoel van genezing ervaren in een relatie. Juist beschadiging voedt ons diepe verlangen naar die ene omarming die zonder bijbedoeling is, helemaal veilig, zodat ik me eraan kan overgeven. Maar met de eerste fricties en momenten van verwijdering, treedt bij weerslag ook des te meer de angst in, en de angst kan de liefdesrelatie juist weer de helling afduwen.

Bindingsangst en verlatingsangst

Daarbij springen de extremen het meest in het oog omdat ze een relatie van meet af aan belasten. Sommige mensen vinden het begin van toenadering al heel moeilijk, tot op het punt waar ze er nauwelijks toe in staat zijn: dat is bindingsangst. Maar er zijn ook mensen die vooral moeite hebben met loslaten. Hun breekt de schele paniek uit bij iedere kleinste verwijdering: ook al van het begin af aan, wanneer het juist van belang is om de relatie nog los en vrij te kunnen laten bewegen. Wanneer die angst je extreem in zijn greep heeft, is dat ‘verlatingsangst’.

Van deze twee extremen bestaat natuurlijk ook een keur aan light-versies. In de kern is er met zo’n light-versie niks bijzonders aan de hand:  ze lijken ergens verankerd te zijn op de biologische grond van ‘vechten of vluchten’. Er zijn mensen die door kleine fricties in een relatie eerder uitgedaagd worden om een stap naar voren te doen en er zijn mensen die zich sneller terugtrekken.

Angstige hechting

Men spreekt van angstige en vermijdende hechting. De angstigen zijn de mensen die een stap naar voren doen, naar buiten. Dat lijkt tegenstrijdig, maar is het niet. Hun angst is de angst om de ander te verliezen, en dat willen ze buiten zich, dus in de relatie oplossen.

Let op: dat kan op allerlei manieren. Ten eerste hebben we de ‘lieve’ versie: pleasen, harmonie bewaren, goedmaken, zorgen en vrijen. Deze hechtingsstijl wordt ook wel apart opgenoemd als ‘fawning’. Dan de confronterende versie: uitdagen, verwijten maken, een probleem maken van kleine signalen van verwijdering, per se willen praten over wat er aan de hand is. En ten slotte de wanhopige en destructieve versie: in paniek raken, een gesprek niet kunnen beëindigen zolang het ‘niet goed gemaakt’ is, achter iemand aanrennen die zich terug trekt, tot en met fysiek gijzelen en vasthouden. Soms kan iemand alle drie deze verschijningsvormen doorlopen in een escalatie in een avond. Ze horen ergens ook bij elkaar.

Vermijdende hechting

De vermijdende hechters vertonen oppervlakkig beschouwd ook een tegenstrijdig beeld. Dit zijn de mensen die zich, om zich voor pijn te beschermen, terugtrekken uit de relatie. In die zin zijn het ‘vluchters’. Maar in de relatie lijken ze vaak juist het sterkste. Bij problemen kiezen ze de kant van de autonomie.

Ook hier hebben we een ‘lievere’ verschijningsvorm: de partner die gevoelig is maar introvert, stil in huis, en vaak tijd voor zichzelf nodig heeft: tijd met een boek, tijd om alleen in de natuur te zijn. Dan de partner die confronterender en egoïstischer is: die het appèl van de ander ruw van zich afstoot, eigen ruimte claimt, zich aan het gezinsleven onttrekt. Die er op allerlei manieren vaak niet bij is. Starend uit het raam: ‘Is er iets schat?!’  ‘Nee, niks…’ In een restaurant met zijn mobiel bezig, ’s avonds nog aan het werk, in bed veinst te slapen. En ten slotte is er de partner die zich in zijn eigen ontsnappingsstrategieën  verstrikt: bijvoorbeeld in een drugs-, seks- of gokverslaving.

Naast al deze graden van ‘eruit gaan’ is er ook nog de echte ‘freeze’: wanneer iemand er bij bepaalde spanningen of toenadering (bijvoorbeeld seksueel) dissocieert, niets meer voelt of denkt, alleen nog maar overleeft. Vaak komt dit voort uit een ernstig trauma.

Tegenpolen die elkaar aantrekken

Juist in de light-versies van deze spectra zoeken de twee zijden van deze hechtingsproblematiek elkaar graag op. De angstige hechter kan erg vallen voor de autonomie van de vermijdende hechter, en hem in het begin van de relatie zien als ‘rots’, stabiel en aantrekkelijk. De vermijdende hechter is natuurlijk eigenlijk geen relatie-kampioen, dus wordt aangetrokken door de passie en warmte van de angstige hechter die hem uit zijn cocon bevrijdt.

Oppervlakkig beschouwd is hier niets mee aan de hand: dit soort combinatie van hechtingsstijlen is eigenlijk tamelijk standaard. Maar je moet haar goed in de gaten houden, omdat ze asymmetrisch is, en daardoor de neiging heeft steeds zwaarder op de relatie te gaan drukken. De angstige hechter kan steeds gefrustreerder raken in het constante tekort aan contact, en dùs steeds dwingender worden in zijn appel. De vermijdende hechter kan in zijn vluchtwegen vast komen te zitten: een mens met geheimen worden die de relatie bedreigen terwijl hij in zijn innerlijke wereld steeds geïsoleerder raakt.

Escalatie

Onder deze druk laten mensen dingen van zichzelf zien die ze in hun verdere leven niet kennen. Je zou snel geneigd zijn om je eigen gedrag aan je partner te wijten. ‘Dat heb ik alleen met jou hoor’ suggereert: ‘het komt door jou’. In zekere zin is dat waar. De ander triggert je. Als je in de relatie de achtervolgende rol hebt, dan kom je tot achtervolgen door het ontwijken van de ander. Als je een ontwijker bent, dan trek je je in jezelf terug onder de druk van de ander.

Maar methodisch moet je hierbij altijd een onderscheid maken: de achtervolger was al een achtervolger. Dat is hij niet pas in déze relatie, met déze relatievluchter, geworden. Net zo trekt de relatievluchter zich bij toenemende druk als standaard-reactie terug. Ook al manifesteer je deze dingen dus nu alleen bij déze ander: dat zegt niets. Een liefdesrelatie raakt je gewoon veel dieper dan iedere andere relatie. Je moet dus eerlijk voor jezelf nagaan of je de tendens tot vluchten (of achtervolgen) niet eerder van jezelf hebt gezien, vooral in je gezin van herkomst en in eerdere relaties.

Vaak gaat het bij hechtingsstijlen om houdingen en gedragingen die een rode draad vormen is ons leven. We kunnen die draad terug volgen tot in onze vroegste jeugd, binnen ons ouderlijk huis. Het maakt niet uit of we die houdingen in ons verdere leven overwonnen hebben. De intensiteit van een liefdesrelatie, waarin we alles van elkaar meemaken tot in onze vezels – lichamelijk, kwetsbaar, totaal – boort die oude aardlagen in onszelf aan.  Als je weet dat dit een tendens van jezelf is wanneer je onder druk komt te staan dan veroorzaakt je partner die niet. Je partner drukt op de knop, maar het is jouw knop.

Wisselen van positie

Op deze algemene stelling zijn natuurlijk uitzonderingen. Wie instabiel is, kan ook van de ene kant van het spectrum naar de andere kant gaan. Bij uitstek geldt dit voor de vermijdende hechter. Die is niet gewend om zich in te spannen om de relatie in stand te houden. Maar wanneer de ander het opgeeft en die inspanning om relatie te leggen niet meer doet – bijvoorbeeld door de verliefdheid op een ander die wel aandacht voor hem heeft – dan breekt vaak bij de vermijdende hechter de schele paniek uit. Logisch, want pas dan voelt hij dat ook hij die relatie nodig had. Hij bekeert zich: is eindelijk betrokken op de relatie, zoekt een relatietherapeut, organiseert van alles en smeekt en zorgt.

Helaas moet ik hierbij aantekenen dat deze bekering vaak maar net zo lang duurt als nodig is om de ander weer aan boord te krijgen. Dan veert een stel vaak weer in hun oorspronkelijke (dis-)balans terug. Het omgekeerde komt trouwens ook voor, maar dan vaker in een nieuwe relatie: wanneer de angstige hechter een nieuwe liefde vindt met iemand die er wel helemaal voor gaat – blijkt hij daar vervolgens helemaal niet zo goed tegen te kunnen, en verandert hijzelf in een vluchter.

Deze gemeenschappelijke ondergrond van de twee hechtingsstijlen wordt bij uitstek zichtbaar wanneer iemand, binnen één en dezelfde relatie, voortdurend van de ene naar de andere kant kan switchen: doet appèl, overvalt de ander, voelt zich gekwetst, wordt kwaad, trekt zich terug in zichzelf, maar trekt de ander vervolgens weer naar zich toe enzovoorts. Dit is de beruchte push-pull-dynamiek, die kenmerkend is voor relaties die nergens meer een rustpunt kennen. Wanneer een relatie daarin gevangen raakt, spreken we van toxische relaties.

Wat kun je doen?

De basis van veel psychologie is eigenlijk heel eenvoudig: je hebt een kwetsbaarheid, en op die kwetsbaarheid heb je een bescherming gezet. Als je in je latere leven in problemen komt die de knop van die oorspronkelijke kwetsbaarheid raken, dan val je ook terug op die oorspronkelijke beschermingsstrategie. Wat we later in het leven ervaren als probleem, is aanvankelijk vaak een oplossing.

Misschien is de problematiek rond hechtingsstijlen wel de oervorm van deze hele constellatie. Ooit voelde het om wat voor reden niet veilig. Daar zit je kwetsbaarheid. Voor een klein kind is dat niet een dingetje, iets van een disbalans in relaties. Het is meteen totaal, existentieel. Niet veilig betekent ‘bestaan bedreigd’, niks meer en niks minder. Op die kwetsbaarheid heb je dus een bescherming gezet, bijvoorbeeld: stil worden en terugtrekken in jezelf. Of: iets gaan doen met de ander: aandacht van die ander vragen. In ieder geval heb je in die oorspronkelijke situatie geen andere opties zoals andere ouders zoeken, het huis uitlopen, je eigen basispatronen tegen het licht houden. Zulke dingen bestaan nog niet.

Later in je leven, bij problemen in de liefde, val je op die oude beschadigde laag in jezelf terug. En dus verlies je alle middelen uit het oog die je als volwassen mens ondertussen aangeleerd hebt. Je valt terug op een oude oplossing – die echter in een volwassen relatie, waarin twee mensen allebei een verantwoordelijkheid hebben en allebei een eigen leven, niet past!

Jezelf verzorgen

Deze hele verwikkeling is de basis van de zogenaamde innerlijk-kind-therapie. Daarin zijn allerlei smaken en praktijken, maar waar het in de kern om gaat is dat je nu, als volwassene, niet meer het hele circus van de oorspronkelijke kwetsuur met je partner afdraait, maar eruit kunt stappen en opnieuw kijkt: als ik me zo in het nauw gebracht voel, hoe kan ik daar dan nu, als volwassene, anders mee omgaan? Hoe kan ik mezelf tot rust brengen? En is er zelfs wel iets aan de hand?

Kijk wat er voor jezelf werkt. Jezelf omringen met mensen die er op dit moment wel en graag voor je zijn. Of je verlorenheid loslaten in muziek of dans. Misschien ben je juist liever alleen aan de kust of graaf je jezelf in een berg dekens in. Of je gaat juist de stad in en bent binnen 5 minuten je hele narigheid vergeten. Kortom: als volwassen mens kun je dat beschadigde innerlijke leven van je wel datgene geven wat het ooit door wat voor omstandigheden niet gekregen heeft. En zo werk je aan je eigen genezing.

Emotieregulatie

Een belangrijke techniek daarbij is emotieregulatie. Je zult iets moeten doen met je emoties, want ze zijn wat ze zijn. Emoties onderdrukken werkt niet, dat wil zeggen: niet vanuit je bewuste wil. Woede ervaren, boosheid, seksueel verlangen of verdriet, en dat voor jezelf en anderen wegduwen en ontkennen: dat is een heilloze weg.

Emoties hebben een onbetwistbaar feitelijk karakter. Je zult ze moeten accepteren want van kritiek trekken ze zich niets aan. Emoties zijn bovendien primair en onze eerste toegang tot de werkelijkheid – ook dat is weer een feitelijk gegeven. Ze zitten in de oudere gedeeltes van je hersenschors. Hun reactie is sneller en grijpt je veel meer aan dan de verstandelijke overwegingen die nestelen in je jongere hersengedeelten: de neocortex. Dat is maar goed ook, want van die vitale laag en je snelste reacties hangt alles af als je in een steeg aangevallen wordt of met je voet in een ravijn glijdt. Maar tegelijk kan de snelheid van die reacties ons ook enorm in de problemen brengen. Daarom moet je bij losstormende agressie leren tot tien te tellen: zodat die jongere en tragere hersengedeeltes bij kunnen schakelen en de regie weer terug kunnen pakken.

Want emoties hebben lang niet altijd de enige waarheid in pacht. Toegepast op de problematiek van de hechtingsstijlen: als ik me verlaten en alleen voel, betekent dat niet dat ik ook verlaten en alleen ben. Als emoties heftig zijn, en dat is zo bij de hechtingsproblematiek, dan is het dus zaak dat we ons trainen om niet rechtstreeks vanuit de emotie in de relatie los te gaan maar daar een vertraging in in te bouwen.

Het begint bij: acceptatie

  • De eerste stap daartoe is accepteren dat de pijn die je lijdt jouw pijn is, en dat je die zelf uit moet houden in plaats van die af te reageren op je geliefde.
  • De tweede stap is het doorstaan van die pijn zelf. Cruciaal is dat je je pijn niet voedt en versterkt met allerlei gedachten over je partner, je relatie, je ouders en het leven. De combinatie van emotie met rationalisaties is funest: dan versterk je je emoties vanuit het verstand in plaats van ze te overstijgen. Op die manier kun je je emoties al snel opjagen tot een kookpunt. Bovendien kun je uren of zelfs dagen in dezelfde emotie blijven hangen.
  • In plaats van je emoties rationaliseren is het beter om de pijn te houden waar je die primair ervaart: op een fysiek en emotioneel niveau. Als je dat nog nooit geprobeerd hebt, zou je denken dat je in de hel gaat komen. Maar dat is niet zo. De pijn is heftig, maar het is ook verlossend om er niet meer voor weg te lopen. In praktijk houdt een emotionele pijn die je niet met gedachten voedt meestal maar een paar minuten stand. Dan zou je alweer merken dat die haast ongemerkt overgaat in iets anders.

Emotieregulatie is voor mensen die zich in de theorie over hechtingsproblematiek herkennen een basistechniek. Die voorkomt dat je het circus van de beschadiging in de ene relatie na de andere blijft herhalen. Bedenk dat als je dit doet, je eigen leven belast met een schade die je niet zelf veroorzaakt hebt, en die oorspronkelijk ook al op jou is overgedragen door mensen die dat op dat moment ook niet anders konden. En zo gaat de hechtingsproblematiek van generatie op generatie, totdat iemand eruit stapt. Zorg dat jij diegene bent!

Elkaar tegenwerken

Vaak ervaren stellen dat ze elkaar tegenwerken in het doorbreken van hun patronen. Of beter gezegd: ieder merkt dat de ander haar tegenwerkt, en wil dus vooral de hulp en erkenning van de ander, zonder te zien dat die ander hetzelfde ervaart, maar dan in spiegelbeeld. De angstige hechter merkt bijvoorbeeld, wanneer zij de ander met rust laat, dat er van die ander uit niks gebeurt en dat de relatie alleen maar leger wordt, en de pijn alleen maar groter. Net zolang tot zij weer zelf een appèl gaat doen op de ander. De vermijdende hechter op zijn beurt voelt in de tijdelijke stilte nog steeds de verwachting van de ander, zodat de druk nergens echt weg is.

Samenwerken

Dit zijn geen vergezochte voorbeelden, maar verhoudingen waarin mensen elkaar jaar in jaar uit kunnen vasthouden. En de enige manier om eraan te ontsnappen is om gezamenlijk te gaan bewegen. Schematisch gezegd: de angstige hechter kan haar appèl inhouden, als ze weet dat de vermijdende hechter het initiatief overneemt. Deze kant van het spectrum, die van de angstige hechter, is eigenlijk het eenvoudigste, want een angstige hechter wordt zelf moe van haar inspanningen. Ze lijdt er zelf onder en wil er wel onderuit. Ingewikkelder is het voor de vermijdende hechter die nu het initiatief in de relatie over moet nemen:

  • Want daar is ze niet goed in.
  • En ze heeft de neiging om alleen het hechtingsprobleem van de ander te zien, zodat haar eerste gedachte niet is om het initiatief over te nemen, maar te genieten van de rust.
  • Bovendien kan zij, zoals gezegd, juist in de stilte druk ervaren om met iets te komen. Daar doorheen bewegen, door haar eigen passiviteit heen, dat is haar grootse probleem, en soms is een vermijdende hechter zich nog nooit van haar probleem bewust geweest.

Het is dus van groot belang dat je samen gaat bewegen. En dat de vermijdende hechter inziet dat zijzelf daarin een cruciale rol speelt. Als zij rust in zijn relatie wil zal zijzelf daarvoor juist actiever moeten worden.

Zoek hulp

En ten slotte: we hebben het hier over patronen die diep zitten en moeilijk te doorzien zijn. Vooral in de chaos van een relatie en de inwerking op elkaar. Dus als je er niet uitkomt is het prima om hulp te zoeken bij een therapeut of coach. Of gezamenlijk contact te zoeken in de vorm van relatietherapie of relatiecoaching.

Meer luisteren?

Klik hieronder voor de aflevering van onze podcast ‘Op Eigen Koers’ die integraal gewijd is aan hechtingsstijlen en hechtingsproblematiek. We duiken hier de wereld in van bindingsangst, verlatingsangst, van de mijders en de klampers.

 

Wil je op deze site andere blogs lezen over aan hechtingsstijlen gerelateerde problematiek?

Lees:

Vermijdende mannen, werk aan de winkel!

Codependentie: verstrikt in het probleem van de ander

Relatietrauma: als je een dreun niet te boven komt

Een belangrijke techniek bij emotieregulatie is het zogenaamde ‘focussen’, ontwikkeld door Eugene Gendlin. Klik hier om meer te lezen over zijn boek Focussen.

Een bekend boek over hechtingsstijlen is Liefdesbang van Hannah Cuppen. Lees hier mijn review van haar boek.

 

 

Harald

Auteur Harald

Haralds stijl van coachen kenmerkt zich door rust en helderheid met een stevige bite. Niet gehinderd door conventies en opgegroeid in het buitengebied van Tilburg tussen natuur en dieren, is hij oorspronkelijk en praktisch. Diepgaande studie van filosofie en religie heeft hem een scherpe blik gegeven op de zaken die er echt toe doen in het leven. Harald heeft zijn coachees ondenkbare hordes zien nemen, patronen zien doorbreken en hoge doelen zien bereiken. Hij werkt voor hen met passie en dankbaarheid voor het vertrouwen dat zij hem geven.

Meer blogs van Harald