Een relatietrauma lijkt vaak op jaloezie. Toch is het niet hetzelfde, vooral omdat je er ineens in terecht komt. Net als bij Hedwig: jaloezie was nog nooit haar probleem. Integendeel, ze gunde haar partner zijn vriendschappen, ook met vrouwen. Zelfs flirts kon ze wel verdragen. Ze kon zelf immers ook soms glimlachen om een vleug erotiek in een contact. ‘Zolang je er verder niets mee doet, voelt het vrolijk als een lentewind’ zou ze zeggen. Tot het moment dat ze bij toeval een verliefd mailverkeer van haar partner op zijn computer vond, waarin hij met een vrouw sprak over hun verliefdheid en verlangen naar elkaar.
Het liet aan duidelijkheid allemaal niets te wensen over. Ze las teksten die van dat moment af in haar hoofd vastgelast zijn. Haar keel werd dichtgeknepen en ze rende naar de wc om te braken tot er niets meer te braken was. Dat is nu twee jaar geleden. Haar man zei dat hij buiten dat mailverkeer en een enkele ontmoeting niets met die vrouw gehad had. Hij kon haar heftige reactie maar moeilijk begrijpen. Samen zijn ze in relatietherapie geweest. Ze hebben gekeken naar vermoeidheid en verwijdering in hun relatie, en andere dingen die eraan meegeholpen hebben dat er een deur voor hem open kwam te staan. Hedwig was bereid om naar haar eigen aandeel daarin te kijken. Ook heel fijn. Ze hebben het uitgebreid gehad over de schending van het vertrouwen die voor haar het grootste probleem was. Het resultaat was een terugkeer van een relatieve rust in hun relatie: uiterlijk tenminste.
Jaloezie?
Want daarmee heeft Hedwig haar oude leven nog niet terug. Ze is moe. Moe van het verdriet, van gesprekken, maar vooral van die vretende, zuigende en misselijkmakende jaloezie die haar steeds terugtrekt in haar ervaring van toen. Het pakt haar als ze zijn werkkamer binnenkomt en hij meteen zijn computer afsluit. Als hij glazig uit het raam kijkt op een regenachtige middag. Als hij net iets later thuiskomt van zijn werk dan verwacht. Keer op keer valt ze terug: op de dag van de week die boven een mail stond, op het uur van de dag waarop ze denkt dat hij zat te schrijven, rond de tijd van het jaar waarop ze de briefwisseling vond. Ze vermijdt de wijk waar die ander woont, de winkel waar ze boodschappen zou kunnen doen. Het feit dat ze altijd nog ergens is en dat haar man haar waar dan ook tegen kan komen, maakt haar wanhopig. Als ze zich niet in kan houden, achtervolgt ze hem met haar vragen: ‘Wat staar je nou? Denk je aan haar? Fantaseer je over haar?’ Al honderd keer vertelde hij haar dat het voorbij was, en honderd keer misten zijn woorden doel. Had hij toen ook niet gelogen? En dan komen alle beelden, dagen, teksten weer voorbij.
En nu moet ze uiteindelijk, tegen alles wat ze voelt in, erkennen dat dit afschuwelijke ellendige rotgevoel meer haar probleem geworden is dan het zijne?
Een soort van trauma…
De toestand van de vrouw die ik hier beschrijf, lijkt op jaloezie. Maar er is een belangrijk verschil. De gebeurtenissen zijn van twee jaar geleden. Haar man zou alweer god-weet-wat met wie dan ook kunnen hebben en ze zou er niets van merken. Zo heftig is voor haar nog steeds de ervaring van twee jaar geleden: alsof het vandaag gebeurd is. Eigenlijk is ze nog steeds in het algemeen niet jaloers. Nader beschouwd is ‘jaloezie’ niet de kern van wat er aan de hand is.
Relatietherapeuten spreken in dit verband van een relatietrauma. Wat er gebeurt lijkt inderdaad op een trauma. Bij een trauma werken schokkende gebeurtenissen door, bijvoorbeeld in nachtmerries, stress-symptomen etc. De tijd doet zijn werk niet: mensen blijven continu in de alarmstand staan, of schakelen juist helemaal af: worden vlak. Maar er is ook verschil. Na een traumatische gebeurtenis, bijvoorbeeld een ernstige aanrijding, kom je niet per se in een emotionele kolk met de bestuurder van de andere auto. Ook een veteraan blijft niet door zijn trauma alsmaar hangen in het oorlogsgebied waar zijn trauma begon.
En er is nog een belangrijk verschil: objectief is er bij Hedwig niet zoveel buitengewoons gebeurd. Haar partner is geen crimineel. Mensen zijn vatbaar voor een verliefdheid, ook al hebben ze een relatie, en ze kunnen seksueel naar een ander verlangen en vreemdgaan. Dat is allemaal een ‘fact of life’. Zodat buitenstaanders vaak weinig begrip op kunnen brengen voor de heftige reacties van de Hedwigs van deze wereld op zulke ‘gewone’ gebeurtenissen. Zelfs relatietherapeuten kunnen de ellende van een relatietrauma onderschatten.
Relatietrauma: een emotionele rollercoaster
Bij een relatietrauma kom je in een rollercoaster van emoties terecht. De eerste heftige reactie van woede en jaloezie botst op de angst om je partner te verliezen. Maar als je een poging doet om naar je partner toe te trekken, ervaar je weer de woede over wat hij je aangedaan heeft. Geef je toe aan die woede, dan ervaar je weer de angst dat je zelf de relatie opblaast. Je gaat rond en rond.
Dat al die emoties bij een relatietrauma zo heftig zijn en blijven, lijkt voort te komen uit een combinatie van factoren in één en hetzelfde moment, het moment van de ontdekking van wat er aan de hand was:
- Schending van vertrouwen. Dit is in de nasleep van vreemdgaan steeds de meest schadelijke factor.
- Bedreiging van existentiële veiligheid. Ons organisme ervaart het verlies van een liefdesrelatie als levensbedreigend. Verstandelijke relativeringen helpen daar (bij de meeste mensen) niets tegen.
- Bij deze twee elementen, op zich al heftig genoeg, komt een derde: de seksuele spanning die de partner nu met een ander deelt. Als degene die met hem of haar intiem samenleeft, krijg je die in zijn volle intensiteit mee. (Lees hierover mijn blog over intimiteit en vreemdgaan).
Deze drie samen vormen een giftige mix. Iedere keer dat iemand teruggebracht wordt naar het moment waarop de nachtmerrie begon, ervaart hij de uitwerking bijna net zo heftig als toen.
Wat kun je doen?
Een affaire is niet de enige oorzaak van een relatietrauma. Ook belogen worden, verlaten worden, of geweld binnen een relatie kunnen dit effect veroorzaken. Als je in deze toestand ook maar even boven jezelf uit kunt stijgen, zie je de deplorabele toestand waarin je terechtgekomen bent. Heel je welzijn is af gaan hangen van de ander en je hebt geen beheersing meer over je eigen emoties.
Je moet je dus eerst losmaken uit deze afhankelijkheid, en zelf zorg gaan dragen voor je eigen genezing.
Het begint erbij dat je durft los te laten, en wel op twee manieren. Durf ten eerste je relatie los te laten. Geen enkele relatie wordt veiliger of beter door krampachtig vasthouden. Ten tweede: laat de gedachte los dat je partner jou de veiligheid en vertrouwdheid terug moet geven die hij je afgenomen heeft. Je moet nu eerst weer leren om veiligheid en vertrouwen in jezelf te vinden. Je kon leven voordat je partner in beeld kwam, en dat kun je nog steeds. Vind eerst weer de rust in jezelf, de rest komt daarna. (Lees daarover mijn blog ‘Autonomie’).
Hulp
Als je hulp zoekt, moet je op de eerste plaats denken aan traumatherapie. Trauma eist immers een fundamenteel andere aanpak dan andere belastende gebeurtenissen uit het verleden. Bij een trauma helpt erover praten namelijk niet per se bij de verwerking. Je hebt waarschijnlijk al gemerkt dat gesprekken met je partner de zaak meestal alleen maar slechter maken. Kijk eens of je je herkent in traumasymptomen.
Het kan ook zijn dat je deze dreun niet hebt kunnen incasseren vanwege een oudere beschadiging die je al bij je had. Meer daarover weten? Lees mijn blog ‘Codependentie, verstrikt in het probleem van een ander‘